Het cadeau van de bevolking, een Ford Zephyr. Dokter Pieters in de auto. Mevrouw Pieters links met Marij en rechts van Pieters Mans Kok.
Dokter Pieters een symbool (1906-1973)
Voor menig oud-Roner is dokter Pieters een begrip. Hij is 37 jaar huisarts in Roden geweest. Van 1935 tot 1973. Iemand van de ouderwetse snit, die veel vertrouwen genoot en zo een wandelende placebo werd. Zijn leven stond in het teken van zijn patiënten. Hij stond altijd klaar, dag en nacht, bij geboorte, bij ziekte, bij schoolkeuringen en op zijn spreekuren. Altijd beschikbaar zijn betekende letterlijk 24 uur per dag, zeven dagen lang er zijn. Hij ging liever 10 keer voor niets naar een patiënt om die ene keer niet te missen dat het wel nodig was. Zijn spreekuur van 1-2 uur liep vaak uit tot 5 uur. Hij nam de tijd om naar de verhalen te luisteren. Alleen als hij met vakantie ging was Pieters onbereikbaar. Dan ging hij het liefst naar de zee. Hij groeit op in Bussum, waar hij in 1906 is geboren. Na zijn studie trouwt hij met Catharina Maria van der Leek. Met zoon Hans en dochter Marij vormen ze in Roden een gezin dat bij nacht tot leven komt. Ze hebben thuis een wat opvallende tijdsindeling. Het warm eten is ’s avonds rond tien uur. Daardoor gaan de kinderen nooit vroeg naar bed. Pieters slaapt meestal niet meer dan 3-4 uur per nacht. De brieven aan specialisten over de patiënten schrijft Pieters in de nachtelijke uren. Om 8 uur moet hij weer klaar staan voor zijn patiënten. Een arts moest vroeger heel veel kunnen, tot het trekken van tanden en kiezen toe. Aan vergaderingen heeft Pieters een hekel en daar doet hij ook niet aan mee. Het Groene Kruis had hem graag aan de vergadertafel willen hebben. Het is nooit gelukt.Het Museum Kinderwereld wordt ook het Pietershuis genoemd. In 1941 gaat dokter Pieters het bovendeel van dit huis van eigenaar Busscher huren. De dokterspraktijk heeft een zijingang, waar de bezoekers via de trap de wachtkamer bereiken. Aan de achterzijde boven is de spreekkamer met apotheek. Pieters doet in de oorlog op zijn eigen wijze mee aan het verzet. Hij schrijft en verspreid illegale bladen en keert zich in woord en geschrift tegen het nationaal socialisme en de NSB. In zijn nagelaten papieren bevindt zich een handgeschreven oproep om de installatie van de nieuwe NSB burgemeester in 1941 niet bij te wonen. Net als Mans Kok, de garagehouder en overbuurman, verplaatst Pieters onderduikers van het ene naar het andere adres. Ze sturen ze eerst naar de hervormde dominee de Vor, die ze op betrouwbaarheid toetst. Als hij soms met een onderduiker door Duitsers wordt aangehouden, zegt hij dat hij een patiënt bij zich heeft met dysenterie. Duitsers zijn vuurbang voor besmettelijke ziektes. Pieters is ondermeer met Mans Kok kerstdag 1944 opgepakt en via Assen afgevoerd naar een kamp in Wilhelmshaven. Na afloop van de oorlog keren beide, samen op een boerenkar, terug in Roden. Samen zaten ze in het verzet en samen overleven ze het kamp. Ze zijn ook overburen en blijven elkaar in het vervolg steeds helpen. In 1960 is er voor dokter Pieters ter gelegenheid van het 25 jarige jubileum een groot feest georganiseerd. Zelf noemt hij dit gebeuren vooraf een noodzakelijk kwaad. De gemeentesecretaris Roel Vroom is de voorzitter van het huldigingcomité. Ze versieren de Brink met vlaggetjes en plaatsen voor zijn huis een erepoort. Er komen wel 1000 personen de dokter de hand drukken. Politiek Roden, collega’s, inspectie volksgezondheid Drenthe en specialisten zijn allemaal vertegenwoordigd. Het tekent het grote vertrouwen dat ieder in de dokter heeft. Ze komen niet met lege handen. Namens alle patiënten biedt Vroom een nieuwe auto, een Ford Zephyr, aan. De patiënten geven hem dit cadeau vanwege de grote waardering die ze hebben voor de dokter en voor zijn menslievendheidBij dit 25 jarig jubileum spreekt Pieters een persoonlijk dankwoord. ‘’Ik vind het niet gemakkelijk om feestvarken te zijn en nog minder gemakkelijk om mijn mensen voor het cadeau te bedanken. Ik zeg, mijn mensen, want in deze 25 jaar, zijn jullie meer dan patiënten alleen geworden. Ik ben van Roden gaan houden, evenals van mijn mensen uit de praktijk.
Uit het archief van de Historische Vereniging ‘Roon’